Go Ahead Eagles is de meest ‘Engelse’ club van Nederland
Go Ahead Eagles is de laatste echte volksclub van Nederland. Dankzij haar stadion, de wijk en de clubcultuur.
De stadions van weleer zijn niet meer. Tribunes van hout en steen hebben plaatsgemaakt voor blokkendozen van beton en staal. Weg zijn de authentieke sfeer en het gevoel van warmte, nu overheerst de kille galm van hard geworden mortel.
Nog erger is de nieuwe locatie van de moderne voetbaltheaters. Niet langer maken de toeschouwers de gang naar het stadion door de knusse straatjes van een echte volkswijk. De steegjes zijn vervangen door brede toevoerwegen, het liefst in de buurt van een snelweg, op een groot industrieterrein.
Maar er is nog een uitzondering: De Adelaarshorst, voetbaltempel van een van de laatste volksclubs van Nederland, Go Ahead Eagles. Het stadion aan de Vetkampstraat ligt in het hart van Deventer, in een echte volkswijk. Natuurlijk, de tribunes zijn verouderd, de businessclub te klein, maar alles staat zo heerlijk dicht op het veld aan, het is er zo vertrouwd, zo knus.
‘Ik denk dat er weinig clubs zijn die al meer dan honderd jaar in een volkswijk liggen’, vertelt een trotse Marc Overmars. De voormalig vedette van onder meer Ajax, Arsenal en Barcelona keerde in 2005 als lid van de raad van commissarissen terug bij de club waar hij zijn eerste stappen in het betaalde voetbal zette. Dit seizoen maakte hij zelfs zijn rentree als speler van Go Ahead. Simpelweg omdat de nood aan de man was, uit pure liefde voor de club.
Michel Boerebach en Paul Bosvelt deden hetzelfde, in de rol van assistent-trainer van Go Ahead. En ook Panathinaikos-trainer Henk ten Cate heeft al aangegeven ooit terug te keren op het oude nest. Het illustere viertal is de Deventer volksclub nooit vergeten.
‘De ligging van het stadion, het kritische en fanatieke publiek, dát is echt Go Ahead’, vertelt de 45-jarige Boerebach. ‘Dertig jaar geleden kwam ik hier voor het eerst en in de tussentijd is er weinig veranderd. Dat heeft zijn charme.’ Bosvelt beaamt de woorden van zijn collega. ‘Go Ahead heeft nog echt de kenmerken van een volksclub, vooral De Adelaarshorst draagt heel erg bij aan het Go Ahead-gevoel. De meeste clubs veranderen in een nieuw stadion, hier is alles bij het oude gebleven.’
Het publiek en de mensen zijn wellicht niet veranderd, de prestaties hebben wel een flinke knauw gekregen. Go Ahead Eagles is niet langer een stabiele eredivisionist, de formatie van de oefenmeester Andries Ulderink moet het al jaren doen met een bijrolletje in de middenmoot van de eerste divisie. Waar veel andere clubs met een nieuw stadion de sprong naar boven hebben gemaakt óf proberen te maken, daar zijn de Eagles veroordeeld tot De Adelaarshorst.
Het stadion limiteert de groei van Go Ahead, vindt ook Overmars. Maar een nieuw onderkomen ten koste van alles lost in de ogen van de 35-jarige aanvaller ook niet alles op. ‘Deze club heeft zó veel geschiedenis. En in een nieuw stadion krijg je dat nooit meer terug, dat zie je bij elke club. Ajax had dat met de overgang van de Meer naar de Arena, Arsenal met de verhuizing van Highbury naar het Emirates Stadium.’
‘De club verliest toch zijn charme’, vervolgt Overmars zijn verhaal. ‘Neem de renovatie van De Adelaarshorst, een aantal jaren terug. Destijds zijn er heel veel antieke objecten vernietigd, waaronder het grote bord boven de ingang met de tekst Go Ahead Eagles. Zonde! Had het bewaard, een nieuwe plek gegeven. Op die manier combineer je heden en verleden, kun je het clubgevoel bewaren.’
De Adelaarshorst is hét symbool van de club, in een nieuw onderkomen moeten de Deventenaren een nieuwe geschiedenis opbouwen. ‘Mijn hart zegt dat we op dit moment hier moeten blijven’, zegt Overmars. ‘Heel veel clubs hebben een nieuw stadion – je weet wel, zo’n betonbak aan de rand van een snelweg. Dat vind ik niks. Dan breid ik liever hier de boel uit. Je zult als club eerst mee moeten groeien, structureel tot de top van de eerste divisie behoren.’
Go Ahead Eagles is de laatste echte volksclub van Nederland. Dankzij haar stadion, de wijk en de clubcultuur.
De stadions van weleer zijn niet meer. Tribunes van hout en steen hebben plaatsgemaakt voor blokkendozen van beton en staal. Weg zijn de authentieke sfeer en het gevoel van warmte, nu overheerst de kille galm van hard geworden mortel.
Nog erger is de nieuwe locatie van de moderne voetbaltheaters. Niet langer maken de toeschouwers de gang naar het stadion door de knusse straatjes van een echte volkswijk. De steegjes zijn vervangen door brede toevoerwegen, het liefst in de buurt van een snelweg, op een groot industrieterrein.
Maar er is nog een uitzondering: De Adelaarshorst, voetbaltempel van een van de laatste volksclubs van Nederland, Go Ahead Eagles. Het stadion aan de Vetkampstraat ligt in het hart van Deventer, in een echte volkswijk. Natuurlijk, de tribunes zijn verouderd, de businessclub te klein, maar alles staat zo heerlijk dicht op het veld aan, het is er zo vertrouwd, zo knus.
‘Ik denk dat er weinig clubs zijn die al meer dan honderd jaar in een volkswijk liggen’, vertelt een trotse Marc Overmars. De voormalig vedette van onder meer Ajax, Arsenal en Barcelona keerde in 2005 als lid van de raad van commissarissen terug bij de club waar hij zijn eerste stappen in het betaalde voetbal zette. Dit seizoen maakte hij zelfs zijn rentree als speler van Go Ahead. Simpelweg omdat de nood aan de man was, uit pure liefde voor de club.
Michel Boerebach en Paul Bosvelt deden hetzelfde, in de rol van assistent-trainer van Go Ahead. En ook Panathinaikos-trainer Henk ten Cate heeft al aangegeven ooit terug te keren op het oude nest. Het illustere viertal is de Deventer volksclub nooit vergeten.
‘De ligging van het stadion, het kritische en fanatieke publiek, dát is echt Go Ahead’, vertelt de 45-jarige Boerebach. ‘Dertig jaar geleden kwam ik hier voor het eerst en in de tussentijd is er weinig veranderd. Dat heeft zijn charme.’ Bosvelt beaamt de woorden van zijn collega. ‘Go Ahead heeft nog echt de kenmerken van een volksclub, vooral De Adelaarshorst draagt heel erg bij aan het Go Ahead-gevoel. De meeste clubs veranderen in een nieuw stadion, hier is alles bij het oude gebleven.’
Het publiek en de mensen zijn wellicht niet veranderd, de prestaties hebben wel een flinke knauw gekregen. Go Ahead Eagles is niet langer een stabiele eredivisionist, de formatie van de oefenmeester Andries Ulderink moet het al jaren doen met een bijrolletje in de middenmoot van de eerste divisie. Waar veel andere clubs met een nieuw stadion de sprong naar boven hebben gemaakt óf proberen te maken, daar zijn de Eagles veroordeeld tot De Adelaarshorst.
Het stadion limiteert de groei van Go Ahead, vindt ook Overmars. Maar een nieuw onderkomen ten koste van alles lost in de ogen van de 35-jarige aanvaller ook niet alles op. ‘Deze club heeft zó veel geschiedenis. En in een nieuw stadion krijg je dat nooit meer terug, dat zie je bij elke club. Ajax had dat met de overgang van de Meer naar de Arena, Arsenal met de verhuizing van Highbury naar het Emirates Stadium.’
‘De club verliest toch zijn charme’, vervolgt Overmars zijn verhaal. ‘Neem de renovatie van De Adelaarshorst, een aantal jaren terug. Destijds zijn er heel veel antieke objecten vernietigd, waaronder het grote bord boven de ingang met de tekst Go Ahead Eagles. Zonde! Had het bewaard, een nieuwe plek gegeven. Op die manier combineer je heden en verleden, kun je het clubgevoel bewaren.’
De Adelaarshorst is hét symbool van de club, in een nieuw onderkomen moeten de Deventenaren een nieuwe geschiedenis opbouwen. ‘Mijn hart zegt dat we op dit moment hier moeten blijven’, zegt Overmars. ‘Heel veel clubs hebben een nieuw stadion – je weet wel, zo’n betonbak aan de rand van een snelweg. Dat vind ik niks. Dan breid ik liever hier de boel uit. Je zult als club eerst mee moeten groeien, structureel tot de top van de eerste divisie behoren.’
You can follow any responses to this entry through the
RSS 2.0
feed. You can
leave a response
.