Het liefst zag hij zich naast de Brabander in de spits staan. "Ik hou ervan om 4-4-2 te spelen." Dat is hij zo gewend in Estland. "Het ligt me ook beter. Met 4-3-3 heb je als centrumspits altijd twee verdedigers bij je. Met twee spitsen voetbalt het makkelijker. Je hebt meer ruimte, ook aan de zijkanten. Maar ik weet dat het niet Nederlands is."
Dat Post nog deel uit maakt van de selectie had-ie twee maanden geleden niet durven dromen. Hij ging er vanuit dat hij terugging naar Flora, zijn club in Estland. "Ik was best verrast dat de trainer voor de laatste wedstrijd van het seizoen me vertelde dat ze me wilden houden." Zijn club bleek hem voor veel minder geld nog best een jaartje te willen verhuren. "Ik ben blij dat ik hier nog een jaar mag spelen. I like this club, the people and the fans." Nederlandse les was niet aan Post besteed. "Iedereen spreekt Engels, dus ik ben snel gestopt met les." Over een langer verblijf in Nederland zegt hij niet te denken. "Ik zie wel wat er na dit seizoen gebeurt. Ik heb geen plan."
Typisch Post. Door zijn eigen nonchalance kwam hij een dag te laat op de training. Post kan er nu wel om grijnzen. "Dat was stom van mij. Ik miste mijn vlucht. Ik ging wat laat van huis weg en kwam op weg naar het vliegveld in de file. Het vliegtuig stond al op de baan toen ik aankwam." In de eerste trainingsweek raakte hij ook nog eens geblesseerd, toen hij na een sprong zijn enkel knikte. "Nu ben ik fit en wil ik de trainer wat laten zien."